slovník Němec - holandský

Deutsch - Nederlands, Vlaams

führen v holandštině:

1. leiden leiden


Drugs leiden tot problemen.
Vlijtig worden voor een werk zal leiden tot slagen.

Holandský slovo „führen„(leiden) se zobrazí v sadách:

Duits kapitel 5 lernbox 5

2. lood lood


Wat is zwaarder, lood of goud?
Er is een kans dat kraanwater giftige stoffen bevat zoals chloor en lood.

3. voeren voeren


Kunt ge mij voeren?
Goro was zo vriendelijk mij naar het ziekenhuis te voeren.
een gesprek voeren; een actie / protest / proces voeren; strijd voeren; oorlog voeren (tegen)
voer, voert, voeren; voerde, voerden; ik heb gevoerd
Dokters weigerden om een tweede operatie uit te voeren.
Hij is bekwaam om een zaak te voeren.
Wij voeren koffie in uit Brazilië.
De Verenigde Staten voeren passagiersvliegtuigen uit ter waarde van miljarden dollar.