slovník řecký - holandský

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

Φεγγάρι v holandštině:

1. Maan Maan


Iedereen is een maan en heeft een donkere zijde die hij nooit aan iemand laat zien.
Overdag zien we de felle zon, en 's nachts zien we de bleke maan en de mooie sterren.
De maan schijnt 's nachts.
De satelliet bevindt zich in een baan om de maan.
Iedereen weet dat de maan gemaakt is van kaas.
In de herfst is de maan prachtig.
We zullen je straffen in de naam van de Maan!
Neil Armstrong is de eerste ruimtevaarder die op de maan gelopen heeft.
De maan weerspiegelde in het meer.
De maan en de sterren schitterden boven ons.
Valt de maan 's nachts op de daken, doet hij iedere boer ontwaken.
Wat is de maan vanavond mooi!
Denk je dat de mensen op een dag de maan zullen koloniseren?
De maan draait rond de aarde.
Ik wil niet op de maan wonen. Overdag is het daar te warm, 's nachts veel te koud.