slovník řecký - holandský

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

Φωτιά v holandštině:

1. Brand Brand


Vier gezinnen kwamen om in de brand.
Volgens de krant was er gisteren een grote brand.
In geval van brand, bel 119.
De oorzaak van de brand was bekend.
Gebruik niet de lift in geval van brand.
Och nee! Mijn huis staat in brand!
Hij stak zijn eigen huis in brand.
De afdeling Forensische Opsporing probeert de oorzaak van de brand van vandaag vast te stellen.
Vorige nacht was er een grote brand in de buurt.
Gisteren was er een brand in de buurt.