1. Oversteken
Men zag mij de straat oversteken.
Ik zou de oceaan oversteken, alleen om uw glimlach terug te zien.
Holandský slovo „crossing„(Oversteken) se zobrazí v sadách:
Past verbs 12. kruising
Toen hij zijn naam hoorde, stond de kruising tussen een teckel en een vuilnisbakkenras op van onder de werkbank, waar hij had liggen slapen op de houtkrullen, rekte zich eens lekker uit en rende achter zijn baasje aan.
Een ongeduldige bestuurder stak de kruising over zonder acht te geven aan het rode stoplicht.
Holandský slovo „crossing„(kruising) se zobrazí v sadách:
2 - Nederlands in gang A23. kruispunt
Sla rechtsaf aan het kruispunt.
Een kruispunt is een plaats waar twee straten elkaar kruisen.
Midden op het kruispunt vielen we zonder benzine.