1. besnoeiing
Holandský slovo „cut„(besnoeiing) se zobrazí v sadách:
verwondingen in het EngelsInjuries in Dutch2. snijden
Ze is broot aan het snijden.
Het is goed riemen snijden van andermans leer.
3. knip
4. gesneden
Ik heb zojuist in mijn vinger gesneden.
Dat is het beste sinds het gesneden brood. Nu weet ik wel niet wat het beste was voor het gesneden brood.
Wij zijn uit hetzelfde hout gesneden.