slovník finský - holandský

suomen kieli - Nederlands, Vlaams

astia v holandštině:

1. schotel schotel


De kokkin deed de pasta in een schotel.
Ik versta perfect Italiaans pochte zij, terwijl ze een schotel uit het menu koos. Maar toen het eten opgediend werd, was het helemaal niet wat ze verwacht had.