slovník finský - holandský

suomen kieli - Nederlands, Vlaams

pojanpoika v holandštině:

1. kleinzoon kleinzoon


Hij houdt erg van zijn kleinzoon.
Ze is altijd gelukkig als haar kleinzoon bij haar is.

Holandský slovo „pojanpoika„(kleinzoon) se zobrazí v sadách:

Familieleden in het Fins