1. uitgeput
Alleen achtergebleven, voelde ze zich helemaal uitgeput.
2. uitverkocht
Alles is uitverkocht!
Deze sleutelhangers gaan als warme broodjes over de toonbank. Ik denk dat ze morgen al uitverkocht zullen zijn.
Holandský slovo „épuisé„(uitverkocht) se zobrazí v sadách:
HCE U14,15,17,18,19,20 FR-NL