slovník Francouzský - holandský

Français - Nederlands, Vlaams

enlever v holandštině:

1. uitdoen uitdoen


Mag ik het licht uitdoen?
Ik doe het licht uit./ Ik zal het licht uitdoen./Ik doe de sjaal uit./ Ik zal de sjaal uitdoen./ Ik probeer de sjaal uit te doen.
Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.

Holandský slovo „enlever„(uitdoen) se zobrazí v sadách:

Burenkuren - klagen om te zagen - woordjes

2. ontvoeren ontvoeren



3. afnemen afnemen


Dit medicament zal uw hoofdpijn doen afnemen.
de koorts neemt af; iemand zijn geld afnemen; stof afnemen

Holandský slovo „enlever„(afnemen) se zobrazí v sadách:

Nederlands 2024