1. handdoek
Waar ben je precies, Dima?! vroeg Al-Sayib, terwijl hij een handdoek pakte om de gemorste Fanta weg te vegen.
Breng me een handdoek.
2. servet
Kan ik een servet krijgen?
Holandský slovo „serviette„(servet) se zobrazí v sadách:
Vocabulaire de la salle à manger en hollandais