1. oog
Er zit iets in mijn oog.
De oude man is blind aan een oog.
Ik heb geen oog dichtgedaan voorbije nacht.
Het oog van de meester maakt het paard vet.
In het bijzonder heeft hij een goed oog voor meesterwerken.
Ik weet dat hij me in het oog houdt.
Het oog is groter dan de maag.
Mijn oog is opgezwollen.
Oog om oog, tand om tand.
Deze ster is zo groot, dat je hem met het blote oog kunt zien.
Atomen zijn niet zichtbaar voor het blote oog.
Uit het oog, uit het hart.
Dat springt in het oog.
Door een verkeersongeval was hij aan één oog blind.
Ik heb een glazen oog.
Holandský slovo „oko„(oog) se zobrazí v sadách:
Lichaamsdelen in het Kroatisch2. rond
Ballen zijn rond.
Rond deze tijd is het verkeer ongelooflijk druk.
Rond welke leeftijd trouwen Japanners?
Er klonk een vreselijk harde piep - de microfoon zong rond.
Er waart een spook rond door Europa - het spook van het communisme.
Ik zwalkte doelloos in het rond.
's Morgens word ik altijd rond zeven uur wakker.
Ze sprong rond van opwinding.
Er schuilt veel gevaar in 's avonds hier rond te lopen.
Ze bouwden een omheining rond het landgoed.
De jongen streelde het meisje rond haar kin en kuste haar op haar wangen.
Zal er ooit iemand leven rond Alpha Centauri?
Ze gingen rond de tafel zitten om te kaarten.
Zij liep rond om hem te zoeken.
Het is erg lastig om in een metropool zoals Tokio rond te komen zonder geld te lenen.
Holandský slovo „oko„(rond) se zobrazí v sadách:
Woorden - Les 2