1. aardbeving
We hadden een aardbeving gisteravond.
De aardbeving heeft ook honderdvijftig doden veroorzaakt.
Onze trein is vijf uur blijven staan wegens een aardbeving.
De stad voorzag de slachtoffers van de aardbeving van eten en dekens.
Toen de grote aardbeving gebeurde, was ik pas tien jaar.
Vanmorgen bij het ochtendgloren was er een lichte aardbeving.
Deze morgen was er een aardbeving.
Volgens de krant was er een aardbeving in Mexico.
Slechts twee mensen overleefden de aardbeving.
Hebt ge een aardbeving gevoeld deze nacht?
Er waren voortekens van de aardbeving.