1. Volgen
We moeten de regels volgen.
Nou, zei de verkoopster, en wenkte Dima haar te volgen naar de kassa, "dat is dan 3.000.000,99."
Ontwijk mij en ik zal volgen, volg mij en ik zal u ontwijken.
Mijn grootouders volgen een computercursus.
volgens de plaan/ de strategie
Ik kan niet volgen.
Ik kan je niet volgen als je zo snel wandelt.
Men moet een jarenlange training volgen om ruimtevaarder te worden.
Het is erg duur de laatste mode te volgen.
Ga niet zo snel. Ik kan u niet volgen.
Als er één schaap over de dam is, volgen er meer.
We zouden zijn voorbeeld moeten volgen.
Als jullie de lessen van het seminar "Corruptiebestrijding binnen het bedrijf" niet willen volgen, kunnen jullie ook 200 hryvnia betalen en het certificaat gewoon zo ontvangen.
Gelieve deze aanwijzing niet op te volgen.
Ik zal uw voorstel volgen.