slovník japonský - holandský

日本語, にほんご - Nederlands, Vlaams

違う v holandštině:

1. Mis Mis


Ik mis jou.
Wanneer ik dit lied hoor, denk ik aan jou en mis ik je.
Oei! Ik ben mis.
Het lijkt er op dat ge allemaal mis zijt.
Parijs is wel een mis waard.
Is er iets mis met deze televisie?
Niet geschoten is altijd mis.
Er is niets mis met hem.
Ik heb niet alles mis.
Hij heeft het helemaal mis.
Er loopt iets mis in zijn uurwerk.
Ik voel dat er iets mis is.
Was ik mis?
Verbeter mijn spelling als het mis is.
Hij zag in dat hij het mis had.