slovník korejský - holandský

한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語 - Nederlands, Vlaams

냄새를 맡다 v holandštině:

1. Geur Geur


De geur van rozen vulde de kamer.
Deze bloem heeft een zoete geur.
De geur van gemaaid gras roept beelden op van hete zomermiddagen.