slovník korejský - holandský

한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語 - Nederlands, Vlaams

치마 v holandštině:

1. rok rok


Ze was juist haar rok aan het strijken.
Mijn rok is te lang.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Ik zoek een warme, wollen rok.
Deze rok bevalt mij, mag ik hem even passen?

Holandský slovo „치마„(rok) se zobrazí v sadách:

Kleding in het Koreaans