slovník korejský - holandský

한국어, 韓國語, 조선어, 朝鮮語 - Nederlands, Vlaams

홍어 v holandštině:

1. schaatsen schaatsen


De kinderen pakten hun schaatsen en gingen richting de bevroren vijver.
Na een hele middag schaatsen had ze trek in een lekkere kom hete snert.