slovník holandský - švédský

Nederlands, Vlaams - Svenska

bijvoeglijk naamwoord ve švédštině:

1. adjektiv



jiná slova začínající na „B"

bijeenkomst ve švédštině
bijna ve švédštině
bijten ve švédštině
bijwerken ve švédštině
bijwonen ve švédštině
bijzonder ve švédštině

bijvoeglijk naamwoord v jiných slovnících

bijvoeglijk naamwoord v arabštině
bijvoeglijk naamwoord v češtině
bijvoeglijk naamwoord v němčině
bijvoeglijk naamwoord v angličtině
bijvoeglijk naamwoord ve španělštině
bijvoeglijk naamwoord ve francouzštině
bijvoeglijk naamwoord v hindštině
bijvoeglijk naamwoord v indonéštině
bijvoeglijk naamwoord v italštině
bijvoeglijk naamwoord v gruzínštině
bijvoeglijk naamwoord v litevštině
bijvoeglijk naamwoord v norštině
bijvoeglijk naamwoord v polském
bijvoeglijk naamwoord v portugalštině
bijvoeglijk naamwoord v rumunštině
bijvoeglijk naamwoord v ruštině
bijvoeglijk naamwoord v slovenštině
bijvoeglijk naamwoord v turečtině
bijvoeglijk naamwoord ve vietnamštině
bijvoeglijk naamwoord v čínštině