slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

cool v holandštině:

1. koel koel


Koel uw verbrande vinger met stromend water.

2. cool cool


Zijn moeder stelde voor om de versleten broek te verstellen, maar hij vond die gaten op zijn knieën wel cool.
Het is niet cool.
Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!