slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

elektryczność v holandštině:

1. elektriciteit elektriciteit


Metalen geleiden elektriciteit.
Deze machine produceert elektriciteit.
Van elektriciteit bederft de wijn.
Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
Ze dacht dat hij elektriciteit verspilde.

Holandský slovo „elektryczność„(elektriciteit) se zobrazí v sadách:

WYNAJEM MIESZKANIA

2. de elektriciteit de elektriciteit



Holandský slovo „elektryczność„(de elektriciteit) se zobrazí v sadách:

13/2 We kunnen niet zonder gas en elektriciteit

3. de elektra de elektra



4. elektra elektra



Holandský slovo „elektryczność„(elektra) se zobrazí v sadách:

vakantie en vrije tijd