slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

naprawic v holandštině:

1. repareren


Ik kan de computer niet repareren.
Ik heb mijn computer laten repareren.
Ik moet het repareren.
Ik moet mijn fiets repareren.
Ik liet mijn zoon de deur repareren.
Mijn computer is kapot en ik moet hem laten repareren.
Ik wil deze klok repareren.
Ik liet mijn broer mijn fiets repareren.

Holandský slovo „naprawic„(repareren) se zobrazí v sadách:

6.8 Formulier uitzendbureau (A2)
Is dat wel veilig