slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

okazywać się v holandštině:

1. blijken blijken


blijken, bleek, gebleken. Achteraf bleek dat de jongeman onschuldig was. Uit het onderzoek is gebleken dat hij smeergeld gekregen had.

Holandský slovo „okazywać się„(blijken) se zobrazí v sadách:

LES 5 Basistekst, taalhulp, uitdrukkingen part 1

2. blijken te doen blijken te doen



3. blijken uit