slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

plac zabaw v holandštině:

1. speeltuin speeltuin


Onze koters zijn altijd de hort op - in de speeltuin, bij vriendjes, op het schoolplein... Zelden spelen ze gewoon thuis.

Holandský slovo „plac zabaw„(speeltuin) se zobrazí v sadách:

Weekend en vrije dagen
van Dale W MIEŚCIE
Niuews van de week