slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

powieść v holandštině:

1. roman


Hij voelde plots de drang om een roman te schrijven.
Zijn roman verkocht goed.
Wanneer werd deze roman uitgegeven?
Deze roman is interessanter dan deze die ik vorige week gelezen heb.
Als we een roman schrijven ontvouwen we onze fantasie.
Men zegt dat zijn nieuwe roman gebaseerd is op zijn persoonlijke ervaringen.
Het vertalen van die Franse roman heeft hem meer dan drie maanden gekost.
Ik heb zijn roman niet gelezen en mijn broer ook niet.
Deze roman beschrijft het leven van de Japanners zoals het honderd jaar geleden was.
De roman was niet erg interessant.
Deze roman bestaat uit drie delen.
Haar nieuwe roman werd een bestseller.
Deze roman is geschreven door een bekende Amerikaanse schrijver.
Ik ga een historische roman lezen.
Alain is de menselijke hoofdfiguur van de roman.

2. romantisch


Hoe romantisch!
Het is heel romantisch!