slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

przekazywać v holandštině:

1. doorgeven


Dan moet u dat zo snel mogelijk aan ons doorgeven.
Gezien ik hem morgen zal zien kan ik hem een boodschap doorgeven, als je dat wilt.

Holandský slovo „przekazywać„(doorgeven) se zobrazí v sadách:

czasowniki werkwoorden niderlandzki
A1+_czasowniki 1

2. communiceren


Met Esperanto kan je op gelijke voet communiceren met mensen uit andere landen.
Zij communiceren vaak per e-mail met elkaar.
Esperanto gebruiken om internationaal te communiceren is een oplossing om de taaldiversiteit te bewaren.
Wij gebruiken woorden om te communiceren.

3. doorsturen



Holandský slovo „przekazywać„(doorsturen) se zobrazí v sadách:

Gezondheid (H14)

4. overdragen



Holandský slovo „przekazywać„(overdragen) se zobrazí v sadách:

Aan de slag. Graag wil ik soliciteren.