slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

przeprowadzać się v holandštině:

1. verhuizen verhuizen


Naar waar zult ge verhuizen?
Op een april zal Nanyo Foods Co Ltd verhuizen naar zijn nieuw gebouw in Yokohama.
Heden ten dage zijn mensen overal ter wereld bezig te verhuizen van plattelandsdorpjes naar lawaaierige grote steden.

Holandský slovo „przeprowadzać się„(verhuizen) se zobrazí v sadách:

500 czasowników po niderlandzku 151 - 200
Onder de walnootboom, op de Camino
5/2 Een briefje in de flat
Słownictwo 2
strona 24-30