slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

realizować v holandštině:

1. beseffen


"Ik denk dat Canadezen nog niet beseffen wat er is gebeurd", zei hij tegen een groep brandweerlieden.

2. spil maken



Holandský slovo „realizować„(spil maken) se zobrazí v sadách:

Eerste kind gaat met alle aandacht lopen

3. realiseren


Na zes maanden in China zul je je realiseren dat je spijt hebt dat je die pizza niet hebt aangenomen voordat je vertrok.

Holandský slovo „realizować„(realiseren) se zobrazí v sadách:

Nederlands in actie słówka dział 1

4. presteren


1. beter presteren dan verwacht, 2. niet veel presteren

5. uitvoeren


Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.