slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

realizować v holandštině:

1. beseffen


"Ik denk dat Canadezen nog niet beseffen wat er is gebeurd", zei hij tegen een groep brandweerlieden.

2. spil maken



Holandský slovo „realizować„(spil maken) se zobrazí v sadách:

Eerste kind gaat met alle aandacht lopen

3. presteren


1. beter presteren dan verwacht, 2. niet veel presteren

4. uitvoeren


Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.