1. reserveren
Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
Moet ik voor u een kaartje reserveren voor het concert?
Ik zou een tafel willen reserveren voor twee personen.
Holandský slovo „rezerwować„(reserveren) se zobrazí v sadách:
4/4 Uit eten