slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

sprawa v holandštině:

1. zaak


Geduld is een schone zaak.
John heeft dit bedrijf verlaten en is zijn eigen zaak begonnen.
Nu zal ik zijn zaak overnemen.
Eerlijk gezegd ging deze zaak haar helemaal niets aan.
Het hoogste gerechtshof heeft over de zaak beslist.
Liefde is blind uit de grond der zaak.
Ik veronderstel dat de zaak er anders uit ziet als ge erover denkt op de lange termijn.
Ik hoop dat hij de zaak ooit zal begrijpen.
Hij was met plezier bereid om te antwoorden op onze vragen in verband met de zaak.
Nu ik u ken, wordt de zaak heel anders.
De zaak wordt gesloten.
Wat denkt ge over deze zaak?
Hij besprak de zaak niet, hij sprak er alleen maar over.
Zijn leugen maakte de zaak ingewikkeld.
Hij werd beschuldigd van liegen over die zaak.

Holandský slovo „sprawa„(zaak) se zobrazí v sadách:

E-mail testy
lekcja 4 Paul