1. de uitrusting
Holandský slovo „sprzęt„(de uitrusting) se zobrazí v sadách:
1000 rzeczowników po niderlandzku 501 - 5502. uitrusting
3. pakken
ik pak, jij pakt, wij pakken. Ik pakte. Jullie pakten. Ik heb gepakt
Laten we een bus pakken.
Neem me niet kwalijk maar kunt u voor mij de suiker pakken?
4. toestel
Dit toestel kan 60 pagina's per minuut printen.
Holandský slovo „sprzęt„(toestel) se zobrazí v sadách:
mondeling deel 65. de apparatuur