1. zoeken
Het heeft geen zin naar de cake te zoeken: ik heb hem al opgegeten.
Ik ging de stad in om een goed restaurant te zoeken.
Ik was je aan het zoeken.
Zij zoeken werk voor drie maanden.
Zij liep rond om hem te zoeken.
Hoe kan ik zoeken naar Duitse zinnen, waarvan bijvoorbeeld de vertaling in het Esperanto ontbreekt?
U mag nooit uw toevlucht zoeken tot geweld.
Geluk moet je niet ver gaan zoeken: het zit in je eigen hoofd!
Dat is als een speld zoeken in een hooiberg.
Nieuwe hobby: zijn auto zoeken in de sneeuw.
Geloof hen die waarheid zoeken, pas op voor wie haar vinden.
Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
Om iets te vinden over de radio-uitzendingen in Esperanto kan je zoeken in de Esperanto-tijdschriften, of op het internet.
Ik heb het nog niet gezocht; als ik met mijn werk gedaan heb zal ik mijn uurwerk zoeken, maar ik vrees dat ik niet meer zal vinden.
De gebruikte methoden om stress te verwerken zijn verschillend van man tot vrouw: mannen zoeken hun toevlucht hoofdzakelijk in alcohol, terwijl vrouwen hun stress verwerken door te chatten.
Holandský slovo „szukać„(zoeken) se zobrazí v sadách:
500 czasowników po niderlandzku 51 - 1001000 najpopularniejszych słów po niderlandzku 351 ...5/2 Een briefje in de flatczasowniki nieregularnePodstawowe zwroty