slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

wątpić v holandštině:

1. twijfelen


Ik zou nooit twijfelen over zijn eerlijkheid.
Verliefden twijfelen aan alles of aan niets.

Holandský slovo „wątpić„(twijfelen) se zobrazí v sadách:

500 czasowników po niderlandzku 151 - 200
9/3 Tweedehands kleren ga ik echt niet dragen
10/4 Spreek ik met de politie?
3.7 Aan het klussen (B1)
naar sterren luisteren

2. twijfel


In geval van twijfel, bescherm de beschuldigde.
Ik twijfel op geen enkele manier aan je goeie wil, maar ik wou je iets laten weten.
Er bestaat geen twijfel over dat ze talent heeft.
Ik twijfel er niet aan dat hij me zal helpen.
Er is geen twijfel aan dat het heelal oneindig is.
Zonder twijfel is hij de beste sporter van onze school.
Hij komt zonder twijfel.
Ik twijfel aan de waarheid van dit verhaal.
Er is geen twijfel over haar schoonheid.
Natuurlijk zal ik je helpen, twijfel daar nooit aan.

Holandský slovo „wątpić„(twijfel) se zobrazí v sadách:

Język holenderski