slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

wspólny v holandštině:

1. gemeenschappelijk


De badkamer is gemeenschappelijk
Ooit zal er een tijd komen dat Esperanto, gemeenschappelijk bezit geworden van het hele mensdom, zijn karakter van een idee zal verliezen: dan zal het alleen maar een taal worden, men zal er niet meer om strijden, men zal er enkel nut blijven uit halen.

Holandský slovo „wspólny„(gemeenschappelijk) se zobrazí v sadách:

Fijn dat je er weer bent.
expediteur 2

2. gezamenlijk


Iedereen kan een verschil maken in zijn eigen leven en daarmee gezamenlijk de wereld een betere plaats maken voor zichzelf en anderen om zich heen.