slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

zamówienie v holandštině:

1. bestellen bestellen


Laten we twee flessen bestellen.
Kunt u een taxi voor me bestellen?
Moet ik een taxi bestellen voor u?
Wilt ge dat we een taxi voor u bestellen?
Bent u nu klaar om te bestellen?

2. de bestelling de bestelling



Holandský slovo „zamówienie„(de bestelling) se zobrazí v sadách:

1000 rzeczowników po niderlandzku 201 - 250
ik heb wat nieuws nodig

3. opdracht opdracht


Het tekort wegwerken zal een moeilijke opdracht worden.
De vervulling van die opdracht had veel tijd nodig.
Mijn baas heeft mij die moeilijke opdracht gegeven.
Zonder haar hulp had ik mijn opdracht niet volbracht.
Laat je niet vertragen met deze opdracht.
Er werd hem een belangrijke opdracht toevertrouwd.
Mijn opdracht is, de documenten te fotograferen.

Holandský slovo „zamówienie„(opdracht) se zobrazí v sadách:

kantoor Magda
Niuews van de week