slovník srbský - holandský

српски језик - Nederlands, Vlaams

кокошка v holandštině:

1. kip kip


Ze kocht een kip.
Ze maakt kip klaar op de manier die ik lekker vind.
Wat was er het eerst: de kip of het ei?
Het ei wil wijzer zijn dan de kip.

Holandský slovo „кокошка„(kip) se zobrazí v sadách:

vogels in het Servisch