slovník švédský - holandský

Svenska - Nederlands, Vlaams

rymlig v holandštině:

1. ruim ruim


de jurk zit me te ruim
Ruim drieduizend mensen hebben hun handtekening gezet om de sloop van dit historische pand tegen te houden.
Om een situatie als vorig jaar, toen er een pekeltekort was, te voorkomen, hebben veel mensen nu al ruim voor de eerste vorst een voorraadje strooizout ingeslagen.
Ruim a.u.b. dat vaatwerk daar op.