slovník švédský - holandský

Svenska - Nederlands, Vlaams

underbar v holandštině:

1. prachtig prachtig


Een prachtig uitzicht.
In de herfst is de maan prachtig.
De zon aan de horizon is prachtig.
Meid, wat heb je toch prachtig haar.
Zijn nieuwe auto is prachtig.
Zwitserland is een prachtig land, dat een bezoek verdient.
Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.
Alhoewel herhalend, toch een prachtig verhaal!
Het weer was prachtig.
Wat een prachtig weer.

2. heerlijk


Dat smaakt heerlijk
Na een stevige regenbui geurt het gras zo heerlijk.
Watermeloen smaakt heerlijk op een hete dag.
Mijn vader maakte me een heerlijk middagmaal.