slovník Turečtina - holandský

Türkçe - Nederlands, Vlaams

neden v holandštině:

1. reden


Om de één of andere reden ben ik 's nachts levendiger.
Vorig jaar reden zij naar Kyoto.
Alles gebeurt om een reden.
Heb je een reden om dat te vinden?
Vorige zomer reden ze naar een kuuroord in de bergen.
Om een of andere vreemde reden spreek ik mijn honden altijd aan met een Iers accent.
Ze reden naar het station per auto.
Wat is de reden?
Dat is één reden waarom ik het nooit meer opnieuw zal doen.
Wat op de steen staat kan daar niet zonder reden zijn geschreven.
Geen liefkozing zonder reden.
Wat ook de reden is, ze zijn niet getrouwd.
Hij heeft mij zonder reden beledigd.
Fossiele brandstoffen zijn de belangrijkste reden voor de globale opwarming.
We reden door een onbekende streek.

2. waarom


Waarom?
Waar slaat dat nou weer op? Ik toch niks verkeerd gedaan? Waarom loop je me dan uit te schelden?
Wetenschap begint wanneer men vraagt naar het hoe en het waarom.
Als ge moe zijt, waarom gaat ge dan niet slapen? "Omdat, als ik nu ga slapen, ik te vroeg wakker ga worden."
Weet ik, zei Al-Sayib, terwijl hij een nieuwe fles Fanta haalde. "Dit is een serieuze aangelegenheid. Maar waarom bel je?"
Ik begrijp niet waarom men het zacht teken in het Oekraïens alfabet verplaatst heeft; het leek mij veel logischer als het aan het einde kwam.
Gaan we tikkertje spelen? "Wel, waarom niet?"
Slaap is belangrijk, maar waarom het bestaat, dat blijft een raadsel.
Bedankt dat u me eindelijk uitgelegd heeft waarom men mij voor een idioot houdt.
De zoon van de koning, die terugkeerde van de jacht, ontmoette haar; en toen hij zag dat ze zo mooi was, vroeg hij haar, wat ze daar helemaal alleen deed en waarom ze weende.
Van hard werken is nog nooit iemand dood gegaan. Maar waarom het risico nemen?!
Waarom viel het dermate moeilijk te beargumenteren, dat de zenuwcel de basiseenheid van het zenuwweefsel is?
Kun je me in de plaats daarvan vertellen waarom de planeten op het scherm op die manier gekleurd zijn?
Naar welke plaatsen zoudt ge willen reizen? Hoe? Waarom?
Ge moogt nu niet uitgaan. "Waarom niet?"