→ Czasowniki Nieregularne 6 → Začněte se učit / Stáhněte si MP3 karty

otázka		odpověď
pisać začněte se učit		schrijven, schreef, schreven, heeft geschreven
przestraszyć się začněte se učit		schrikken, schrok, schrokken, is geschrokken
bić začněte se učit		slaan, sloeg, sloegen, heeft geslagen
spać začněte se učit		slapen, sliep, sliepen, heeft geslapen
zamknąć začněte se učit		sluiten, sloot, sloten, heeft gesloten
ciąć začněte se učit		snijden, sneed, sneden, heeft gesneden
rozmawiać/ mówić začněte se učit		spreken, sprak, spraken, heeft gesproken
skoczyć začněte se učit		springen, sprong, sprongen, heeft gesprongen
stać začněte se učit		staan, stond, stonden, heeft gestaan
ukłuć/ ugodzić začněte se učit		steken, stak, staken, heeft gestoken

czasowniki nieregularne 6