De populairste Engelse woorden 551 - 600

 0    50 kartičky    Engnl1000
stáhnout mp3 Vytisknout hrát zkontrolovat se
 
otázka odpověď
occupied
Is this seat already taken?
začněte se učit
bezet
Is deze zitplaats al bezet?
ten
Two thousand and ten.
začněte se učit
tien
Tweeduizend en tien.
luck
Good luck!
začněte se učit
het geluk
Veel geluk!
sent
Past simple en past participle van "to send"
The package was sent two days ago.
začněte se učit
gestuurd
Het pak werd twee dagen geleden gestuurd.
feeling
I've got a good feeling.
začněte se učit
het gevoel
Ik heb een goed gevoel.
cannot
I cannot live without you.
začněte se učit
kan niet, kunnen niet
Ik kan zonder jou niet leven.
air
The air is very polluted.
začněte se učit
de lucht
De lucht is heel vervuild.
earth
Our planet is called the Earth.
začněte se učit
de aarde
Onze planeet heet de Aarde.
glad
I'm glad you like the movie.
začněte se učit
blij, tevreden
Ik ben blij dat de film je goed bevalt.
law
American law is very strict.
začněte se učit
de wet
Amerikaanse wet is erg streng.
till
Wait till I finish my breakfast.
začněte se učit
tot
Wacht tot ik mijn ontbijt afmaak.
serious
Poverty is a serious problem.
začněte se učit
serieus
De armoede is een serieus probleem.
wonderful
It's a wonderful idea!
začněte se učit
geweldig, prachtig
Het is een geweldig idee!
needs
he, she, it
He needs you.
začněte se učit
heeft nodig
Hij heeft je nodig.
to dream
What do you dream about?
začněte se učit
dromen
Wat droom je?
street
What's the name of this street?
začněte se učit
de straat
Wat is de naam van deze straat?
to drive
a car
Can you drive a car?
začněte se učit
rijden
Kan je autorijden?
hair
Your hair is too short.
začněte se učit
het haar
Jouw haar is te kort.
sort of
He is sort of strange.
začněte se učit
alsof
Hij is alsof bizar.
others
I don't care what others think about me.
začněte se učit
anderen
Het kan me niet schelen wat anderen van me vinden.
running
Present participle van "to run"
I love running marathons.
začněte se učit
rennen, lopen
Ik loop graag marathonen.
to bet
I bet he forgot about my birthday.
začněte se učit
wedden
Ik wed dat hij mijn verjaardag is vergeten.
lives
he, she, it
He lives in the country.
začněte se učit
leeft, woont
Hij woont op het land.
company
I don't like my father's company.
začněte se učit
het gezelschap
ook: "het bedrijf"
Ik hou niet van mijn vaders gezelschap.
to follow
Follow me!
začněte se učit
volgen
Volg mij!
special
It's a special offer.
začněte se učit
speciaal
Het is een speciale aanbieding.
fast
You drive too fast.
začněte se učit
snel
Je rijdt te snel.
sweet
This tea is not sweet enough.
začněte se učit
zoet
De thee is niet genoeg zoet.
sound
It's a strange sound.
začněte se učit
het geluid
Het is een vreemd geluid.
to catch
Catch me!
začněte se učit
vangen
Vang mij!
words
meervoud van "word"
There are seven words in this sentence.
začněte se učit
woorden
Er zijn zeven woorden in deze zin.
careful
Be careful!
začněte se učit
voorzichtig
Wees voorzichtig!
human
She is only human.
začněte se učit
de mens
Ze is maar een mens.
goodbye
Goodbye, have a safe trip.
začněte se učit
daag!
Daag! Goeie reis!
safe
Are we safe here?
začněte se učit
veilig
Zijn we veilig hier?
perfect
It's a perfect solution.
začněte se učit
perfect
Dat is een perfecte oplossing.
to hang
Could you hang my coat?
začněte se učit
hangen
Kan jij mijn jas even hangen?
to beat
I want to beat this record.
začněte se učit
slaan
Ik wil dit record slaan.
million
She always has a million ideas.
začněte se učit
miljoen
Ze heeft altij een miljoen ideeën.
rather
It's rather complicated.
začněte se učit
eerder
Het is eerder gecompliceerd.
happens
he, she, it
It happens.
začněte se učit
gebeurt
Het gebeurt.
top
The book is on the top shelf.
začněte se učit
top-
Het boek ligt op de top-plank.
parents
meervoud van "parent"
Are your parents Polish?
začněte se učit
ouders
Zijn jouw ouders Engels?
alright
Don't worry, it's alright.
začněte se učit
oké, goed
Maak geen zorgen, het is goed.
to plan
Every action should be planned.
začněte se učit
plannen
Iedere handeling moet gepland worden.
seem
You seem very tired.
začněte se učit
lijken, lijkt
ook: "eruitzien"
Je ziet er moe uit.
in general
In general, I'm satsfied with my job.
začněte se učit
in het algemeen
In het algemeen ben ik tevreden met mijn baan.
known
He is a well-known artist.
začněte se učit
bekend
Hij is een bekende artiest.
coffee
Coffee or tea?
začněte se učit
de koffie
Koffie of thee?
ladies
Welcome, ladies and gentlemen!
začněte se učit
dames
Welkom, Dames en Herren!

Chcete-li přidat komentář, musíte se přihlásit.