1. bestellen
Laten we twee flessen bestellen.
Kunt u een taxi voor me bestellen?
Moet ik een taxi bestellen voor u?
Wilt ge dat we een taxi voor u bestellen?
Bent u nu klaar om te bestellen?
Holandský slovo „order„(bestellen) se zobrazí v sadách:
3 - Nederlands in gang A26.2 WATER PLEASEEngels hoofdstuk 6