1. lukt
Ik denk dat het niet lukt.
Zo iemand lukt niets.
Het lukt je niet deze valies te sluiten omdat je er te veel hebt ingestopt.
Holandský slovo „succeed„(lukt) se zobrazí v sadách:
2000 Most Used Dutch Words (1/2)2. lukken
Uw plan zal zeker lukken.
dat zal lukken; dat zou lukken
Doe je best en het zal je lukken.
Ik hoop dat het zal lukken.
Het zal je niet lukken de piano te tillen.
Holandský slovo „succeed„(lukken) se zobrazí v sadách:
Alles en niets