1. erger
Ik weet niet wat erger is.
Het ziet er veel erger uit dan het is.
Je gezondheid verliezen is erger dan geld te verliezen.
Het was een grote vuilcontainer, zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste van een ezel."
Het wordt erger en erger.
Nog erger! riep Al-Sayib uit. "Ze weten niet wat ze met je aan moeten, Dima!"
De situatie is erger dan ik dacht.
Ik was moe en, wat nog erger is, ik wilde slapen.
Erger je toch niet.
Om de zaken nog erger te maken, werd hij ziek.
Holandský slovo „pire„(erger) se zobrazí v sadách:
Français - Néerlandais