slovník Polský - holandský

język polski - Nederlands, Vlaams

nerwowy v holandštině:

1. zenuwachtig zenuwachtig


Ze werden zenuwachtig.
Zijn beweeglijkheid maakt de moeder zenuwachtig.
Bij mijn eerste ontmoeting met Betty was ik zenuwachtig.
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
Bill is zenuwachtig voor het examen.
Ik ben altijd zenuwachtig voor ik in een vliegtuig stap.

Holandský slovo „nerwowy„(zenuwachtig) se zobrazí v sadách:

5.7 Het sollicitatiegesprek (B1)
Ik hal sowieso een onvoldoende.
12/2 Wat zijn je studieplannen?
cechy charakteru
P Netflix Misfit 2

2. nerveus nerveus



Holandský slovo „nerwowy„(nerveus) se zobrazí v sadách:

franse woorden in tussentaal
Holenderski rozdział 1
14/3 We gaan trouwen!
przypadkowe slowa