→ Eigenschappen - Attributes → Začněte se učit / Stáhněte si MP3 karty

stáhnout mp3 Vytisknout hrát zkontrolovat se

otázka		odpověď
duur Dit hotel is duur. začněte se učit		expensive This hotel is expensive.
te duur Een taxi is te duur. začněte se učit		too expensive A taxi is too expensive.
goedkoop Ons hotel is goedkoop. začněte se učit		cheap Our hotel is cheap.
slecht De omstandigheden zijn slecht. začněte se učit		bad The conditions are bad.
goed De mensen zijn goed. začněte se učit		good The people are good.
mooi Wat een mooi meisje! začněte se učit		pretty What a pretty girl!
lelijk Hij is zo lelijk. začněte se učit		ugly He's so ugly.
vies Het toilet is zeer vies. začněte se učit		dirty The toilet is very dirty.
schoon De kamers zijn tamelijk schoon. začněte se učit		clean The rooms are quite clean.
koud Ik heb het koud. začněte se učit		cold bijvoeglijk naamwoord I'm cold.
warm Neem mijn warme trui. začněte se učit		warm Take my warm sweater.
snel Ze rijdt snel. začněte se učit		fast She drives fast.
langzaam Ik hou van langzame melodieën. začněte se učit		slow I like slow melodies.
vriendelijk Iedereen is hier vriendelijk. začněte se učit		friendly Everyone is friendly here.
onvriendelijk Niemand is onvriendelijk. začněte se učit		unfriendly Nobody is unfriendly.
honger hebben Ik heb grote honger. začněte se učit		hungry bijvoeglijk naamwoord I'm very hungry.
dorst hebben Ze heeft dorst. začněte se učit		thirsty bijvoeglijk naamwoord She's thirsty.
moe Zelfs onze hond is moe. začněte se učit		tired Even our dog is tired.
ziek Ik ben ziek. začněte se učit		sick I'm sick.
anders Je ziet er anders uit. začněte se učit		different You look different.
nieuw Ik heb een nieuw souvenir gekocht! začněte se učit		new I bought a new souvenir!
groot Deze stad is zo groot. začněte se učit		big This city is so big.
gelukkig Ik ben zo gelukkig om jij te zien. začněte se učit		happy I'm so happy to see you.
wit Wolken zijn wit. začněte se učit		white The clouds are white.
zwart De koffie is zwart. začněte se učit		black Coffee is black.
groen Het gras is groen. začněte se učit		green The grass is green.
rood Rozen zijn rood. začněte se učit		red Roses are red.
blauw De hemel is blauw. začněte se učit		blue The sky is blue.
geel Het zand is geel. začněte se učit		yellow The sand is yellow.

Eigenschappen - Attributes

Chcete-li přidat komentář, musíte se přihlásit.

více