slovník Angličtina - holandský

English - Nederlands, Vlaams

right v holandštině:

1. recht recht


Recht je rug!
Wie de kracht heeft, heeft het recht.
Iedereen heeft recht op een staatsburgerschap.
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.
Eensgezind stonden de toeschouwers recht en applaudisseerden.
Waar niets is, verliest de keizer zijn recht.
Dat deed mijn haar recht komen.
Hij had, geloofde ik, het recht niet om dat te doen.
Ga altijd recht vooruit!
We erkennen je recht op dit eigendom.
Iedereen, die Esperanto gebruikt of er voor werkt, is esperantist, en iedere esperantist heeft het volle recht in Esperanto alleen een eenvoudige taal te zien, een koud middel om elkaar internationaal te verstaan.
De tuinier heeft de haag recht gesnoeid.

Holandský slovo „right„(recht) se zobrazí v sadách:

De populairste Engelse woorden 1 - 50
2000 Most Used Dutch Words (1/2)

2. het recht het recht


Iedereen heeft hier het recht om zijn eigen mening te uiten.

Holandský slovo „right„(het recht) se zobrazí v sadách:

Most common Dutch words 501 - 550